Het is een verhaal over Indianen Wijsheid, waarvan er twee versies bestaan.
Ze starten beide met dezelfde vertelling maar het einde is compleet anders.
Op een avond vertelt een oude wijze Cherokee-indiaan aan zijn kleinzoon bij het knapperend houtvuur over de innerlijke strijd die bij veel mensen van binnen gaande is… Hij zegt:
‘Mijn zoon, deze strijd is eigenlijk een strijd tussen twee wolven die binnen in ons allemaal huizen. Een zwarte en een witte. De zwarte wolf vertegenwoordigd het kwade. Hij is boos, woedend, ontevreden, jaloers, afgunstig, bezorgd, verdrietig, bang, hebzuchtig en arrogant. Hij is vol medelijden, schuldgevoelens, spijt, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trots en superioriteit. Alles draait om zijn ego. Hij zoekt ruzie met iedereen want hij vertrouwt niemand. En daarom heeft hij geen echte vrienden.’
‘De witte wolf staat voor het goede. Hij is vriendelijk en doet niemand kwaad. Hij geeft vreugde, vrede, liefde, hoop, nederigheid, welwillendheid, empathie, vrijgevigheid, waarheid, compassie en geloof. Hij is behulpzaam, genereus, rechtschapen, en zachtaardig. Hij leeft in harmonie met de wereld om hem heen. Hij vecht alleen als het nodig is, zorgt voor de andere wolven en is trouw aan zichzelf.’
Hij zwijgt even zodat zijn kleinzoon een beeld kan vormen van deze twee wolven. Dan zegt hij: ‘Iedereen heeft die twee wolven in zich. En beide willen de baas zijn in mijn denken, doen en laten.’
De kleinzoon denkt even na en vraagt: ‘Welke wolf wint er?’
De indiaan antwoordt: ‘De wolf die jij voedt. De wolf die jij aandacht geeft! Want alles wat je aandacht geeft, groeit.’
Het tweede verhaal:
…De kleinzoon denkt even na en vraagt: ‘Welke wolf wint er?’
De indiaan antwoordt: ‘Ze winnen allebei, want ik geef ze beide aandacht!
Zie je, als ik ervoor kies alleen de witte wolf te voeden, zal de zwarte om elke hoek verstopt zitten om te wachten tot ik afgeleid word en springt dan op om de aandacht te krijgen waarnaar hij hunkert.
Hij is altijd boos, jaloers, ontevreden en bang. Hij zal de witte wolf altijd bevechten.
Maar als ik de zwarte wolf ook aandacht schenk en hem erken, omdat ik hem begrijp en omdat ik zijn sterke krachten af en toe nodig heb, is hij tevreden en gelukkig. En de witte wolf is gelukkig. Want de zwarte wolf heeft veel kwaliteiten; hij is vasthoudend, moedig, onverschrokken, wilskrachtig, en is een groot strategisch denker. Dat heb ik van tijd tot tijd nodig en dat ontbreekt de witte wolf. Maar de witte wolf heeft compassie, zorgzaamheid, kracht en het vermogen om te herkennen wat er in het beste belang is van allen.
Zie je jongen, de witte wolf heeft de zwarte wolf aan zijn zijde nodig. Als je er maar een voedt, zal de andere verhongeren en zullen zij onbeheersbaar worden. Door ze beide te voeden en te verzorgen zullen zij je goed van dienst zijn en niets doen dat niet een onderdeel is van iets groters, iets goeds, iets van het leven. Voed ze alle twee en er zal geen interne strijd voor je aandacht meer zijn.
En als er in jou geen strijd is, kun je naar de stemmen van het diepere weten luisteren, dat je in elke omstandigheid zal begeleiden bij het kiezen wat goed is.
Vrede, mijn jongen, is de missie van de Cherokee in het leven.
Een man of een vrouw die vrede van binnen heeft, heeft alles. Een man of een vrouw die verscheurd is door de oorlog in zichzelf heeft niets. Hoe je ervoor kiest om om te gaan met de tegengestelde krachten in jezelf zal je leven bepalen. Verhonger de ene of de andere of begeleid hen beiden.’
‘Ook in jou mijn jongen huizen deze twee grote krachten.
Behandel beide respectvol, dan winnen beide en is er vrede!’